Categorie archief: Merken

Vonkel, met een V

Op 30 december ga ik met mijn dochter inkopen doen voor oudejaarsavond. Hapjes hebben we nodig, voor een avond met vrienden. Mijn vrouw heeft toevallig gelezen over een champagne die als beste getest is onder de tien euro. Ik, geen wijnkenner, ben daar blij mee. Minder keuzestress. ‘Vonkel moet je hebben, met een V, niet met een F.’  Dat vond ik al opvallend. Want met een zachte F klonk hij mij een stuk lekkerder in de oren dan met zo’n harde, boerse V.

Eenmaal in de supermarkt speur ik automatisch de kopstellingen en de displays af. Het is tenslotte Oud en Nieuw, dus champagne moet prominent opgesteld staan. Wanneer ik het daar toch niet kan vinden, ga ik de normale schappen langs. Nog steeds geen Vonkel met een V, dus begin ik voor mezelf te concluderen dat die testen goed werken, want het spul is kennelijk uitverkocht. Mijn dochter, zij is twaalf, oppert op geheel vrouwelijke wijze dat ik het aan iemand van het personeel moet vragen. Als man kan ik daar natuurlijk niet op ingaan. Wij vinden liever zelf de weg.

Zij gaat nu ook mee zoeken en ziet binnen twee tellen de fles staan. Op een plek in het schap waar ik zelf al minstens een keer of drie gekeken heb!

En meteen snap ik waarom ik hem niet zag en zij wel. Aangezien zij nog (lang!) niet drinkt, en de grens voor het nuttigen van alcohol na morgen weer twee jaar opschuift, zullen de codes die bij een champagnefles horen haar nog tamelijk onbekend zijn.

In mijn hoofd daarentegen, hoort na al die keren Oud & Opnieuw bij champagne een duidelijk gevormde set aan tekens waarmee ik, ook als niet-kenner, op een flinke afstand een champagnefles kan decoderen: een groenige fles, wat boller van vorm dan een doorsnee wijnfles, een kurk met schroefdraad met daaroverheen een zilverkleurig folie en een etiket met sierlijke letters en iets goud- of zilverkleurigs erin.

Zo niet de fles Vonkel! Deze fles breekt werkelijk met alle codes die je van een champagne verwacht.  De gehele fles is met een sleeve bedekt, met een design dat een kruising vormt tussen Delfts Blauw en het Blond servies. Twee dikke kruisen op de voorkant van de fles met daarin in tekst: ‘No House Wine’. Het tweede kruis is symbolisch verwerkt in een oer-Hollandse molen. Een boer en boerin die dansen op een tulpenveld (met bloemen die in mijn ogen geen tulpen zijn!) maken het beeld compleet.

Ceci n'est pas un champagne
Ceci n’est pas un champagne

Ik begin te twijfelen. Alle codes waaraan ik normaal een champagne kan herkennen worden hier overboord gegooid. Het enige wat deze fles mij in tekst vertelt, is wat het niet is: No House Wine! Maar dat zou je op 99,9% van de producten in de supermarkt kunnen zetten en dan was het ook waar.  Toch triggert die stelling omdat ze een associatie opent naar betere restaurants met een wijnkaart waar ik ook nooit weet wat ik moet kiezen en dus ga voor de veilige, maar saaie route: juist ja, de huiswijn. No House Wine belooft mij in dit geval dus een ‘scenic route’ door smaakvol wijnland. Op de achterkant lees ik dat het ‘Wine of South Africa’ is en dat met elke slok een donatie naar een goed doel gaat. Da’s mooi, maar ik zit nog steeds met m’n kernvraag: is het dan wel champagne?

Ik voel dat er onder de sleeve een schroefdraad zit. Dat is voor mij het signaal dat het dus wel zal knallen en bruisen en met het ondersteunende oordeel van mijn eigen influencer (‘Deze ziet er leuk uit pap!’) besluit ik drie flessen in te slaan.

Dezelfde avond een fles samen met de buren geopend.  De kurk knalt, het bubbelt in het glas en we worden er vrolijk van. Volgens onze eigen n=5 consumententest dus ook geslaagd. De buurvrouw besluit morgen meteen ook een paar te halen. ‘Neem er voor ons ook nog een paar mee’, zegt mijn vrouw. Voor de buurvrouw zal het geen probleem meer vormen om Vonkel met een V te vinden; haar beeltenis van een champagnefles is proefondervindelijk danig bijgesteld: zij kijkt alleen nog maar naar Delftsblauwe flessen, grote kruisen, Hollandse molens en dansende boeren en boerinnen, uit Zuid Afrika…..

Pas veel later op de avond leer ik op internet dat Vonkelwijn het Zuidafrikaanse woord is voor licht mousserende wijn.  Laat dat nou net ook de betekenis van champagne zijn! Vonkelwijn, opeens klinkt het een stuk exotischer, zo’n beetje als skottelbraai, of baaibroek. Vonkelwijn wordt mijn nieuwe categoriebenaming voor alles wat champagne is, maar geen Champagne mag heten. Voor mij is het nu al hèt woord van 2014!

The real thing

In het lokale krantje van Breda zag ik in een aankondiging dat in december de kerstmarkt bezocht wordt door de enige echte kerstman van Coca-Cola. Je kunt daar samen met hem en de Coca-Cola kersttruck op de foto. Om het plaatje compleet te maken, wordt die foto genomen door de Coca-Cola elfjes! Het geheel belooft mij ‘het magische kerstgevoel’.

Tegelijkertijd heb ik begin december herhaaldelijk in een reclame gezien dat je Sinterklaas met SiSi viert. Dat voelde raar en allesbehalve magisch. Hoe komt dat eigenlijk? Waarom kan Santa gevoelsmatig wel met Coke maar voelt Sint met SiSi vreemd?

Als je aan Santa Claus denkt, dan is de kans groot dat het beeld in je hoofd gebaseerd is op de Coca-Cola reclameposters van Haddon Sundblom uit de jaren dertig: een gezette, jolige man met een kort baardje, gulle lach, rond gezicht en dopneus. Wees eerlijk: je ziet het meteen voor je! Overigens, te zien aan zijn rode konen, lijkt het mij dat Santa ook graag iets anders drinkt dan cola… De stijl van Sundblom komt sterk overeen met die van tijdgenoot Norman Rockwell, die met zijn schilderijen een sentimenteel beeld van het alledaagse leven in small-town USA oproept. Waarden als harmonie, saamhorigheid en aandacht voor elkaar spatten er vanaf.

Dat de Coca-Cola-Santa door de jaren heen voor ons hét beeltenis van de kerstman is geworden, is evident. Door zijn verschijning in reclames, films en uiteindelijk in het (Amerikaanse) straatbeeld, is dit beeld onze culturele waarheid geworden. Door de toevoeging ‘enige, echte’ wordt hier zelfs een soort exclusiviteit geclaimd: dit is ‘m mensen: ‘the real thing’…! Kunnen wij ons Santa nog op een andere manier voorstellen, los van het Coca-Cola beeld? Kun je hem ‘omdenken’? Ik heb het geprobeerd: wat als hij heel dun zou zijn? Of een lange, scheve neus zou hebben? Of een grijze baard? Mij lukt het niet.

De tekens die tezamen de Kerstman vormen, hebben door de jaren heen zo’n ingesleten pad in onze verbeelding gemaakt dat het letterlijk niet meer lukt om er uit te komen. Je kunt je associaties maar moeilijk op een ander spoor zetten. Tenminste, als je dat abrupt probeert te doen. We zitten nu eenmaal gevangen in onze ‘Zeitgeist’, met de bijbehorende dominante codes die bepalen hoe wij de kerstman zien.

De verbinding tussen SiSi en de Sint is nog lang niet zo ver. Of het er ooit van gaat komen, zullen we pas weten als we een flinke tijd verder zijn (en SiSi een flink marketingbudget verder is; besint eer ge begint…). In de tussentijd is Sinterklaas weer vertrokken. Geeft mij de ruimte in mijn hoofd om me weer over te geven aan het magische Coca-Colagevoel, dat kerst heet!